“What is your current course and speed? Over!”, galmt door de portofoon. De leerlingen op de simulator overleggen met elkaar en geven vervolgens de huidige koers en snelheid van ‘hun’ coaster aan de leraar door. Tegenwoordig is het simulatorcentrum niet meer weg te denken bij de Zeevaartschool, maar hoe ging het vroeger? We doken in de ‘Cornelis Douwes’, gingen in gesprek met directeur Gerrit van Leunen en kregen een uniek kijkje achter de schermen.
Al in de negentiende eeuw werd er geopperd een ‘zeevaartkundige school’ op Terschelling te starten, omdat veel jonge zeelieden in spé van het eiland naar de wal moesten om een opleiding te volgen. Het idee werd steeds afgewezen door de raad. Niet uit onwil, maar omdat er niet genoeg geld beschikbaar was. Op een gegeven moment waren het rijk en de provincie bereid ieder 500 gulden als subsidie te verstrekken, mits de gemeente voor de resterende 500 gulden kon zorgen. En zo geschiedde. Op 1 januari 1875 opende de Zeevaartschool, in de Zeevaartschoolstraat, voor het eerst de deuren.
Vanaf 1 januari 1878 startte de rijks-examencommissie met het afnemen van examens. Er kwamen diploma’s voor eerste, tweede en derde stuurman ‘Groote Vaart’, eerste en tweede stuurman ‘Kleine Vaart’ en er konden examens worden afgelegd in de stoomwerktuigkunde. Drie jaar later was het aantal leerlingen opgelopen tot 62: er werden zelfs plannen gesmeed om een tweede zeevaartschool te openen, in Midsland. Dit was vooral voor de leerlingen die van Oost-Terschelling kwamen, zij moesten dagelijks, langs gebrekkige wegen, grote afstanden te voet afleggen. Het plan ging echter niet door.
Monumentaal pand
Op 11 januari 1917 vond een belangrijke bespreking plaats op het gemeentehuis, het ging over een nieuwe school. Het oude gebouw voldeed niet meer: het was veel te klein. Een jaar later werd de nieuwe Willem Barentszschool ‘aan de weg naar Midsland’ in gebruik genomen. Een prachtig, monumentaal pand, met tien lokalen. Om leerlingen van de wal te kunnen onderbrengen werd nagedacht over een drijvend internaat. De driemaster ‘Nautilus’ leek een goede optie, er konden ruim veertig leerlingen in worden ondergebracht. Ze zouden dan in hangmatten moeten slapen. Helaas ging het plan niet door omdat Rijkswaterstaat bezwaar had tegen het afgeven van een vaste ligplaats. In 1935 werd een gebouw aan de Van Heusdenweg in gebruik genomen als internaat.
Na de meidagen van 1940 ontving de school een brief van de ‘Inselcommandant’ met de mededeling dat de opleidingen niet mochten worden voortgezet. De directie probeerde de studenten bij andere zeevaartscholen onder te brengen, waaronder die in Groningen. Een jaar later trokken Duitse militairen in het schoolgebouw en werden de leraren door de Gemeente Terschelling ontslagen. Na de oorlog, op 2 oktober 1945, werd weer gestart met lesgeven. Het sterk verwaarloosde gebouw werd zo goed mogelijk hersteld, maar er was veel schade. Negen jaar later werd duidelijk dat alleen nieuwbouw de school nog zou kunnen redden en zo werd in augustus 1966 de nieuwe Zeevaartschool Willem Barentsz – zoals we die nu kennen – geopend door Prinses Margriet.
Spectaculair beeld
“Waar de school heel klein begon, telt de opleiding tegenwoordig maar liefst 550 leerlingen”, vertelt Gerrit van Leunen, al bijna tien jaar directeur van de opleiding. “In 1992 werd het simulatorcentrum geopend, wat een enorme vooruitgang was. Tot die tijd trainden de leerlingen op het oefenschip ‘Prinses Margriet’ en kregen ze alleen les in het varen op de radar.” Tegenwoordig stap je een ruimte binnen die geheel is ingericht als de brug van een schip. De schermen geven een spectaculair 360-graden beeld, het is alsof je je daadwerkelijk op een schip bevindt. Niet alleen tweede- en vierdejaarsstudenten van de WBS krijgen les op de simulator, het Maritiem Simulator Trainingscentrum is de nationale faciliteit voor alle zeevaartscholen in Nederland.
Sneeuwstormen
Voorafgaand aan een opdracht op de simulator vindt er een briefing plaats. “In dit geval gaan vijf studenten varen op een coaster, vlak voor de kust van Zweden”, legt docent Pieter Jan Droog uit. Hij heeft zelf tien jaar op zee gezeten. “We verdelen de rollen en bepalen van tevoren dingen als de positie, snelheid, diepgang en grootte van het schip.” Eenmaal op de simulator doen de jongens en meiden het zelf: de docent kijkt vanuit een andere ruimte toe. “Ik kan van alles toevoegen aan de opdracht: van sneeuwstormen tot golfslag en nieuwe schepen. Maar ook het oefenen van ‘man overboord’, een helikopterlanding op het dek of een lichtkogel afvuren vanaf een ander schip.” Na de oefening wordt middels een debriefing besproken hoe het is gegaan.
Ster
Naast les op de simulator worden er veel meer vakken gegeven, er komt een hoop kijken bij een hbo-opleiding ‘Maritiem Officier’ of ‘Ocean Technology’. Elektrotechniek, lassen, automatisering en praktijklessen aan bood van de Octans: het is een kleine greep uit het lessenpakket van een zeevaartschoolstudent. Zo lopen er rond het middaguur studenten in witte pakken, met ademluchttoestellen op hun rug, heel langzaam door de hal van de school. “Dit hoort bij de basic safety training”, legt Gerrit van Leunen uit. “Ze leren ook een brand te blussen, het schip veilig te verlaten in een noodsituatie en zelfs hoe ze kunnen overleven in een reddingsvlot.” Hij is trots op het feit dat de opleiding al tien jaar bovenaan staat in de ‘Keuzegids Hbo’ bij maritieme opleidingen. “Dit jaar krijgen we zelfs een ster bij de vermelding, wat inhoudt dat het om een top-opleiding gaat.”
Vernieuwing
Door het gehele gebouw staan voorwerpen of hangen foto’s die terugblikken op de rijke historie van de zeevaartschool. “Het gebouw is inmiddels wel toe aan vernieuwing.” Gerrit van Leunen vertelt dat woningstichting De Veste begin 2016 is gestart met de bouw van een nieuwe studentencampus; begin volgend schooljaar is dit gereed. Daarnaast gaat de NHL Hogeschool investeren in renovatie van de schoolgebouwen; in 2019 moet het gemoderniseerde hoofdgebouw worden opgeleverd. “De plannen omvatten onder andere de realisatie van een moderne mediatheek met studielandschap, praktijklokalen en het restaurant wordt ook verplaatst. Dat komt waarschijnlijk op de bovenste verdieping, vanwaar je een prachtig, panoramisch uitzicht over de Waddenzee krijgt”, aldus een trotse Van Leunen.
Dit artikel is in maart 2017 geschreven in opdracht van Drukkerij De Eiland Pers & gepubliceerd in Mooi! Terschelling Magazine.