Screen Shot 2015-12-11 at 11.37.36Na elf jaar als ontwerper bij het succesvolle Hugo Boss te hebben gewerkt, ging Andreas Baumgärtner (46) een nieuwe uitdaging aan. Vrienden verklaarden hem voor gek toen hij zijn topbaan verruilde voor een managersfunctie bij het kleinere marc O’Polo.

Andreas’ eerste contact met stoffen en mode kwam van huis uit. In de jaren vijftig en zestig hadden zijn vader en overgrootvader een goedlopend familiebedrijf in het verven van stoffen. Hij herinnert zich nog heel goed de gigantische wasmachines, die constant draaiden. ‘Als mensen een mooi grijs jasje hadden gekocht en niet blij waren met de kleur, konden mijn vader en opa dit in een ander kleurtje gieten.’

In zijn middelbareschoolperiode had Andreas een bijbaan in een sportzaak. Hij vond het helemaal niets; hij verveelde zich, moest vroeg opstaan en wilde steeds liever iets met mode doen. Een studie aan een Duitse textielschool volgde en op zaterdagen ging hij als verkoper aan de slag bij een grote modezaak. Daar kwam hij in contact met de oprichters van het bekende Hugo Boss, die wel iets in hem zagen.

Dolgraag
Na twee weken op de salesafdeling wist hij het zeker, dit was niets voor hem. Hij wilde dolgraag naar de ontwerpafdeling. ‘Daar zaten de cool guys. Hoger dan dat kon niet.’ Het duurde niet lang of de gedreven Andreas was assistent van de hoofdontwerper. Keihard werken was de normaalste zaak van de wereld. ‘Op zaterdagen en zondagen. Dat was erg zwaar, maar ik heb ontzettend veel geleerd. En het heeft geloond!’

Andreas Baumgärtner groeide uit tot hoofdontwerper voor verschillende lijnen van Boss, zoals Boss Black, Boss Orange en Boss Green. In die tijd had hij al vrienden bij Marc O’Polo. Ze vroegen hem eens hoe hij het zou vinden om daar tot het management toe te treden. Vrienden en collega’s beschouwden het als een stap terug, maar Andreas vond het een heel interessant idee. Bij Hugo Boss had hij een geweldige baan, al elf jaar lang. ‘Ik reisde de hele wereld over, ontmoette veel mensen en werkte bij een enorm sterk merk.’

Dat laatste riep nogal wat vragen bij hem op. Kwam het door hem dat het merk zo sterk was geworden? Of lag het puur aan het merk zelf? Hij herinnert zich nog goed dat zijn moeder voor hem een echte Marc O’Polo sweater kocht. Die was vrij duur toen hij vijftien was en een echte musthave. Maar eind jaren tachtig en in de jaren negentig begon het merk steeds minder te worden. ‘Het werd te goedkoop en raakte echt de weg kwijt,’ vertelt Andreas.

Sinds 2004 is hij nu werkzaam bij Marc O’Polo. Zijn opdracht was kort gezegd: ‘Bring the brand back.’ Allerlei veranderingen volgden. De prijs ging omhoog, de stijl werd iets netter en de doelgroep iets ouder. Er kwamen blouses bij, jurkjes en meer denim. Zoals wij Marc O’Polo nu kennen. ‘Het merk kreeg in feite een compleet nieuwe look. Daar moesten mensen aan wennen.’ Maar al snel werd het label weer geaccepteerd en liep het steeds beter.

Amsterdam
Er kwamen meer winkels bij, van Europa tot de VS. ‘We zijn momenteel ook hard op zoek naar een mooie locatie voor een winkel in Amsterdam’, verklapt de ontwerper. Inspiratie put hij rechtstreeks uit het straatbeeld. Hij loopt graag rond door wereldsteden als Londen en Parijs. ‘Of Bleecker Street in New York City,’ voegt de ontwerper toe. Tijdens het reizen geeft hij zijn ogen ook goed de kost. ‘Ik kijk graag naar mensen en hun stijl. Zo doe ik allerlei nieuwe ideeën op.’

___________________________________________
Dit artikel heb ik geschreven in opdracht van Lourens Magazine.
Gepubliceerd in Lourens Magazine editie Winter 2011.